De succesfactor van de transitieprojecten in Noord-Holland Noord? Het vertrouwen van zorgorganisaties in elkaar. Programmaleider Sabya van Elswijk ziet duidelijk verschil: ‘De infrastructuur voor samenwerking is enorm gegroeid. Leren om samen te werken en te verantwoorden is nu vanzelfsprekend.’
Een no nonsense-regio. Dat is de typering die zorginkoper van VGZ, Bart Beerepoot, geeft aan de regio waar hij zelf vandaan komt en toeziet op een goede inzet van de Transitiemiddelen Wlz. Dat de VVT-sector in de regio deze middelen in 2019 direct op projecten inzet, past daarbij. Niet eerst uitgebreid om de tafel voor een Regiovisie, maar meteen van start omdat de knelpunten op de zorgarbeidsmarkt bekend zijn. Programmaleider Van Elswijk beaamt dat: ‘Wij zijn inderdaad de regio van doen! Met een dubbele vergrijzing en ontgroening is samenwerken hier van levensbelang.’
Vanuit de praktijk
Bijkomstig voordeel bij de start is dat zorg- en welzijnsorganisaties al georganiseerd zijn in het samenwerkingsverband ZWplus Van Elswijk: ‘We hebben hier een groot aantal aanbieders, van klein tot heel groot. Typerend voor onze regio is dat ze bottom up al waren verenigd op het gebied van opleiden.’ De beschikbare Transitiemiddelen van 7 miljoen euro jagen de samenwerking verder aan. Zorginkoper Beerepoot: ‘Er wordt zo min mogelijk gewerkt met externe projectleiders en de middelen komen met meer dan twintig projecten ten goede aan de praktijk.’ Waardigheid en trots in de regio ondersteunt vooral bij het faciliteren van kennisdeling met andere regio’s.
Met 27 projecten gaan de twintig betrokken organisaties aan de slag, 24 halen de eindstreep. Uitgangspunt van alle projecten is om de juiste zorg op de juiste plek te bieden. Elk project hangt onder één van vier pijlers en moet door minimaal drie partijen worden gestart, zowel kleine als grote organisaties. Programmaleider Van Elswijk: ‘De Transitiegelden vragen organisaties op een andere manier te kijken en het hele plaatje te overzien. Sommige kleine organisaties kennen het probleem van personeelstekort nog niet. Maar het gaat om het gezamenlijke belang. Het tekort gaan we niet oplossen, maar elk project en elke organisatie heeft er wel een bijdrage aan.’
Transitiemiddelen Noord-Holland Noord: van 24 projecten naar 5 programmalijnen
Het magazine ‘Regionale koers transitiemiddelen Noord-Holland Noord’ brengt de opbrengst van alle deelprojecten overzichtelijk in beeld. De 24 projecten vallen onder vier pijlers: instroom, behoud, arbeidsbesparing en ketensamenwerking. De juiste zorg op de juiste plek is het uitgangspunt. Betrokken zijn achttien VVT-organisaties, twee ziekenhuizen, apotheken en drie ROC’s.
Inzetten op instroom en samenwerking
Een van de opvallende projecten in het magazine is project ‘WelSlagen’ in Den Helder. Dat initiatief bevordert instroom met één-jarige opleiding voor mensen met een bijstandsuitkering. Van de eerste 24 deelnemers kreeg het overgrote deel een vast of tijdelijk contract aangeboden. De sleutel tot succes? Geef zorg- of welzijnsorganisatie eigenaarschap over het traject. Verder springt in het oog dat de zorgorganisaties gezamenlijk zoeken hoe ze de verpleegkundig specialist tot spil in de ouderenzorg kunnen maken en hoe ze de continuïteit in dementiezorg sterk kunnen verbeteren.
Opschalen via vijf programmalijnen
Na afronding van de transitieprojecten gaat de blik vooruit. Het opschalen van succesvolle projecten gebeurt via vijf programmalijnen, te weten: regionale samenwerking gegevensuitwisseling, gezamenlijk opleiden, technologie, behandeldeskundigheid en netwerkvorming sociaal domein.
Impact meten
In een digitaal magazine presenteert ZWplus de resultaten. Corona bleek een flinke stoorzender en de hoeveelheid projecten maakte het niet makkelijk om te monitoren. Volgens de programmaleider is het effect van de gezamenlijke projecten ook lastig te meten. ‘Op projectniveau kan dat wel, maar op de pijlers is dat ingewikkelder. Want hoe weet je of de toename in werkplezier of de afname van verzuim echt door een van de projecten komt? Corona heeft het meten ook niet makkelijker gemaakt. Bij het opschalen en het verder uitrollen zoeken we, ook met inzichten uit de wetenschap, naar de sleutel die de impact kan meten.’
Gevraagd naar een geslaagd project brengt Bart Beerepoot eerst het tegenovergestelde ter sprake: ‘Je kunt juist veel leren van minder succesvolle projecten, bijvoorbeeld het project met een tool voor digitale planning. Die bleek niet opschaalbaar naar andere organisaties. Het is goed om je daar vooraf bewust van te zijn.’ Van Elswijk beaamt dit: ‘Dat was een van de eerste projecten en het lag aan het computersysteem waarmee gewerkt werd. Om te kunnen opschalen moeten we naar de systemen van alle organisaties kijken.’
En juist in die hoek zit ook de grote winst van de transitieprojecten, vinden de programmaleider en zorginkoper. Ze roemen de ICT-tafel: ‘Nog steeds zijn er papieren overdrachten, waar professionals veel tijd mee kwijt zijn. Dat leek een onoplosbaar probleem, maar door goed onderzoek en bestuurlijke sturing zijn er toch stappen gemaakt. Bijvoorbeeld om voor een gezamenlijk digitaal medicatietoedieningssysteem te gaan en een RSO op te richten, een Regionale Samenwerkingsorganisatie, voor gegevensuitwisseling in de zorg.’
Vakmensen
Ook vertellen beiden enthousiast over het nieuwe opleiden en het behouden van professionals door werkleeraanbod te creëren. In Noord-Holland Noord (en Zuid-Kennemerland) valt dit onder het overkoepelend programma ‘Leren is Werken, Werken is Leren’, dat samen met de ROC’s wordt uitgevoerd. Van Elswijk: ‘Praktijkleren is de basis, want daar krijg je de beste vakmensen van. Wel moet je de leerinterventies en begeleiding goed vormgeven. Heel enthousiast word ik bijvoorbeeld van die 18 waanzinnig gemotiveerde anderstalige studenten bij wie echt gekeken is naar wat zij tijdens hun opleiding nodig hebben.’
Transitieprojecten die succesvol waren, worden nu opgeschaald. Mede dankzij de twee miljoen euro die via het Zorgkantoor voor 2022-23 beschikbaar is voor continuering (door korting op de Wlz-budgetten van aanbieders). Ook maakt Sabya van Elswijk met de bestuurders een plan voor de nieuwe Transitiemiddelen van VWS. VGZ-inkoper Bart Beerepoot: ‘We zijn wel tot de slotsom gekomen dat straks bijna iedereen zorg krijgt in de thuissituatie. Het is tijd voor minder projecten en meer experimenteren, op buurtniveau. Die slag moeten we nog wel gaan maken.’
Transitietips uit Noord-Holland Noord
- Begin bij wat er al gebeurt om knelpunten op te lossen en ga vandaaruit opbouwen.
- Kies een goede regionale en neutrale projectleider, die op voldoende steun kan rekenen.
- Onderzoek wat je als organisatie al vanzelfsprekend aan de knelpunten doet, en zet de daarbijhorende worstelingen en creatieve oplossingen in het licht.