De coronapandemie en lockdowns hebben een groot effect gehad op de mentale gezondheid van de jongvolwassenen in Noord-Holland Noord, dat blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2023 onder personen tussen de 16 en 25 jaar, die de GGD periodiek publiceert. In de periode van 2017-2022 verdubbelde het aantal jongvolwassenen met psychische klachten, maar in 2023 is dit percentage weer vergelijkbaar met cijfers van voor de coronapandemie. Ook geven jongvolwassenen in 2023 aan gelukkiger te zijn, minder stress te ervaren en zich minder eenzaam te voelen. Epidemioloog Corrien Waardenburg licht de resultaten toe.
Kunnen we wel concluderen dat corona en de lockdowns een grote invloed hadden op de mentale gezondheid van jongvolwassenen?
‘Dat kunnen we zeker stellen. We hebben vanaf 2017 in totaal 5 Gezondheidsmonitors onder jongvolwassenen uitgevoerd; waaraan per keer tussen de 3500 en 6000 jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot 25 jaar deelnamen (in deze regio wornen 77.303 jongvolwassenen in de leeftijd van 16 t/m 25 jaar; dat is ruim 11% van de totale bevolking in de regio, red.). In de periode rondom corona en de lockdowns zagen we de cijfers over psychische klachten fors toenemen. Rond het einde van de coronaperiode gaf zelfs 50% van alle deelnemers aan klachten te ervaren. Nu corona voorbij is, zien we een afvlakking van dit percentage. Via de monitors kunnen we heel goed de trend waarnemen.’
Even wat data op een rij:
- In 2019 had 33% psychische klachten, in 2021 was dit 45% en in 2022, rondom het einde van de coronaperiode, was dit zelfs 50%. In 2023 is dit percentage gedaald tot 37%, vergelijkbaar met 2019.
- Het aantal jongvolwassenen dat zich de afgelopen maand gelukkig voelde is tussen 2022 en 2023 gestegen van 59% naar 68%.
- Het percentage jongvolwassenen dat zich heel vaak gestrest voelt is in een jaar tijd afgenomen van 43% naar 36%.
- Het aantal jongvolwassenen dat zich sterk eenzaam voelde is gedaald van 25% in 2022 naar 21% in 2023.
Dit klinkt als een positief bericht. Klopt dat ook?
‘De cijfers zijn in ieder geval positiever dan voorgaande jaren. Toch blijven de cijfers wel lastig te duiden. De monitor is een momentopname onder jongeren van wie we hopen dat zij volledig naar eerlijkheid antwoorden. De trend is dus goed zichtbaar, maar de cijfers zijn wat lastiger te duiden. Tot op heden ervaart nog altijd 37% van de jongvolwassenen psychische klachten. Dat is geen klein aantal. De vraag is tegelijkertijd ook of die klachten zodanig van aard zijn dat er professionele hulp aan te pas moet komen of dat er sprake is van klachten zoals stress die jongeren mogelijk zonder professionele hulp kunnen verminderen.’
Waar komen die psychische klachten door?
‘Helaas geeft de monitor geen inzicht in oorzaak en gevolg, daar is een ander soort onderzoek voor nodig. Maar we kunnen wel wat ontwikkelingen aanwijzen. Naast corona zijn er andere factoren die invloed hebben op de mentale gezondheid van onze jongvolwassenen; sociale media, verwachtingen vanuit je omgeving, maar ook opgelegde druk vanuit jezelf. De studie staat met stip op nummer één als het om stress gaat. Studeren deed men vroeger ook al, maar toen kon je bij wijze van spreken jarenlang studeren en tentamens meerdere keren herkansen. Nu kun je soms een keer herkansen en anders het jaar daarop pas weer. Ook de continue online informatiestroom geeft onrust. Sociale media zorgen ervoor dat veel jongeren zich met elkaar vergelijken. Op veel platforms wordt het beeld geschetst dat het leven maakbaar is. En als het dan niet goed met je gaat, ligt dat aan jezelf. Dat geeft best veel druk. Daarnaast moeten jongvolwassenen in deze levensfase vrij veel belangrijke keuzes maken, zoals bijvoorbeeld studie, baan, je woonsituatie. Het is vooral het complexe systeem met allerlei facetten die op jongeren drukt. Wel moet worden opgemerkt dat jongvolwassenen ook veel positieve effecten ervaren van sociale media, zoals makkelijker contacten kunnen onderhouden en een stukje ontspanning.’
Daardoor ontstaat wel een maatschappelijk probleem.
‘Zeker, vooral de wachttijdproblematiek neemt toe. Misschien ook omdat we ons meer realiseren dat als we wat willen veranderen, wij dat zelf moeten aanpakken. Hiervoor zoeken jongvolwassenen vaker hulp van coaches, therapeuten en psychologen. Iemand die hen kan gidsen door het leven of bij wie zij hun ei kwijt kunnen. Maar als we echt kijken naar de resultaten dan hebben de meeste jongvolwassenen te maken met lichte mentale problematiek. Daar is niet altijd professionele hulp voor nodig. Een mentor op school of een goede sociaal netwerk kan daarin ook support bieden. Als we problemen eerder oplossen door er vroegtijdig over te praten, zou dat al een groot verschil kunnen maken. Hier worden in de regio dan ook projecten voor gestart.’
Dat is ook een speerpunt van Noord-Holland Noord Gezond, natuurlijk. Gezondheid bevorderen.
‘Klopt. Overigens is het wel goed om te benadrukken dat niet alles is op te lossen. Zo hebben wij laatst onderzoek gedaan onder een focusgroep van jongvolwassenen. In de gesprekken kwam naar voren dat FOMO (Fear of Missing Out, red.) zwaar weegt. Jongvolwassenen zijn vaak verslaafd aan prikkels en het idee dat je iets ‘mist’ geeft veel stress. Maar kun je daar als maatschappij of professional iets aan veranderen? Daarnaast moeten we wellicht ook leren dat tegenslag nu eenmaal bij het leven hoort en dat je dagen niet altijd gevuld zijn met waanzinnig geluk.’
Waren er resultaten die er voor jou als epidemioloog uitsprongen?
‘Naar mijn idee geven de resultaten. van de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen een interessante dwarsdoorsnede van de gezondheid, het welzijn en de leefstijl op dit moment van de groep inwoners van 16 t/m 25 jaar in onze regio. De veranderingen onder deze jonge inwoners gaan namelijk heel rap. Een paar jaar geleden was lachgas bijvoorbeeld een ding. Die trend zie je nu juist afnemen. Ook de verschillen tussen onze regio en de rest van Nederland zijn interessant. Veel drugs die bijvoorbeeld in Amsterdam mainstream zijn, komen hier weinig voor. Daarom blijft het ook zo interessant om deze trend nauwkeurig te volgen. In april 2024 start de volgende Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen; deze monitor wordt niet alleen uitgevoerd in Noord-Holland Noord, maar door alle GGD’en in Nederland in samenwerking met het RIVM en GGD GHOR Nederland. Dan kunnen we de resultaten in Noord-Holland Noord goed vergelijken met de landelijke resultaten.’