Inspiratie

IKC de Kroon gaat voor interprofessionele samenwerking: ‘Draagt bij aan het welbevinden van kinderen’

Bij IKC de Kroon werken verschillende partijen uit onderwijs, zorg en welzijn samen om kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling. De interprofessionele samenwerking is een pilot die enkele jaren geleden werd ingezet door directeur Michiel Drijver in samenwerking met de gemeente Hollands Kroon. Aanleiding was dat er zorgen ontstonden over het dalende welbevinden van kinderen op school.

Wanneer wist je dat het anders moest?

Michiel: ‘Op het IKC zijn veel verschillende partijen bezig met het welzijn van kinderen; het jongerenwerk, het wijkteam, de kinderopvang, het onderwijs, de GGD, de kindercoach, de IB’ers en de leerkrachten. Tegelijkertijd merkten we dat het welbevinden van kinderen verslechterde. Ik dacht: laten we het eens anders aanvliegen, meer in samenhang met elkaar. Doe geen dingen langs elkaar heen.  We hebben toen alle partijen om tafel gekregen en besproken welke knelpunten er in ieders vakgebied liggen en wat de samenwerking zou kunnen verbeteren.’

Hoe pakken jullie het aan?

‘We handelen volgens 3 lijnen:

  • Van curatief naar preventief
  • Van diagnosticeren naar normaliseren
  • Van individueel naar collectief

Hoe we het onderwijs en vooral de begeleiding van onze kinderen op school nu hebben ingericht, werkt niet voldoende. Loketfuncties bijvoorbeeld, worden niet goed bezocht. Begeleiden vanuit hulpvragen is ook niet effectief, want soms weten mensen niet dat ze een hulpvraag hebben. Wat beter werkt is de krachten bundelen en verschillende disciplines mee laten denken over de ontwikkeling van kinderen vanuit eigen expertise. Dat doen we in samenhang met elkaar en passen we collectief toe. We werken meer toe naar jeugdondersteunende functies: laagdrempelig, zichtbaar, preventief en netwerkonderhoudend.’

Hoe werkt dat in praktijk?

Michiel: ‘We hadden bijvoorbeeld te maken met een klas die moeilijk intrinsiek te motiveren was en waarin kinderen zich niet veilig voelden. In samenspraak met de GGD en het samenwerkingsverband hebben we een trainer aangesteld en een ouderavond georganiseerd. Tijdens deze avond vertelden we wat we gingen doen aan de veiligheid van de groep en vroegen we ouders ons hierbij te helpen.’

Wat leverde dat op?

Michiel: ‘We merken dat juist door de betrokkenheid van verschillende disciplines en het zoeken naar een gezamenlijke opvoedingsvraag “Wat heeft ons kind te leren?” ouders meer urgentie voelen om het onderwerp thuis op te pakken. En ouders vonden het fijn dat zij tijdig waren geïnformeerd, nog voordat het in de klas uit de hand kon lopen. Door de koppen bij elkaar te steken, kun je de uitdagingen collectief oplossen. De brede inzet heeft geholpen, we zagen op termijn verbetering.’

Hoe gaat deze pilot verder?

Michiel: ‘We zijn vier jaar geleden gestart met veel steun van de gemeente Hollands Kroon. We wilden het sociaal domein, wijkteams en jongerenteams zo goed mogelijk met het onderwijs verbinden. We kwamen er bijvoorbeeld achter dat welzijn- en jongerenwerk helemaal niet op basisscholen actief zijn. Terwijl het juist zo belangrijk is te verwelzijnen. Wethouder Mary van Gent heeft een belangrijke rol gespeeld in het verloop van de pilot. Na verloop van tijd hebben we projectleider Gerdi Meyknecht aangesteld en is er een structuur ontwikkeld met een werkgroep en een stuurgroep. Inmiddels zijn we in de laatste fase van de pilot beland en gaan we over naar een duurzame constructie. We willen dit proces verbreden naar andere scholen.’

Wat waren uitdagingen binnen de pilot?

Gerdi: ‘Iedereen leerde in de samenwerking steeds beter zijn of haar positie en expertise kennen. Het team is halverwege 2023 vrijwel helemaal vernieuwd; dat was wennen maar de teamvorming daarna verliep heel goed. Het scheppen van een solide basis en continuïteit is echt belangrijk. Al met al heeft deze zoektocht opgeleverd dat het ‘ externe’ team onderdeel is geworden van het schoolteam en dat we met elkaar effectief naar nieuwe oplossingen zoeken. Oplossingen die meer in het gewone leven liggen. We merken nu al dat individuele casuïstiek afneemt en dat we samen zoeken naar meer collectieve oplossingen. Dat betekent natuurlijk ook dat de betrokken organisaties zich mee moeten ontwikkelen; procedures en regelgeving moet soms worden aangepast en we kijken samen naar belangrijke randvoorwaarden. Ruimte geven en steun bieden aan de betrokken professionals is een van die cruciale randvoorwaarden.’

Wat vond je een eyeopener?

Michiel: ‘Soms is de oplossing eenvoudig. Een druk kind in de klas moet je niet willen begrenzen. We zoeken liever naar de oorzaak van het gedrag, de vraag achter de vraag. Geef een kind 3 kaartjes als vrijbrief om even een rondje over het schoolplein te rennen, wanneer het kind energie kwijt moet. Door intervisie vanuit meerdere invalshoeken leren we veel van elkaar en benaderen we situaties vanuit een ander perspectief. En daarmee zijn de kinderen – denk ik – uiteindelijk het meest geholpen.’

 

Deel dit bericht